3. Werkwijze

 

 


3.1 Vergadering

De urgentiecommissie vergadert in principe wekelijks in een wisselende samenstelling met een voorzitter, twee of drie leden en een secretaris. In 2017 vergaderde de urgentiecommissie 47 maal. In de vergaderingen worden de urgentieaanvragen uit meerdere regio’s behandeld. Vanwege het beperkte aantal aanvragen vanuit de gemeente Soest werden niet in elke vergadering aanvragen vanuit deze gemeente behandeld. In de week voorafgaand aan de vergadering ontvangen de commissieleden de stukken die nodig zijn om de vergadering voor te bereiden.

De commissie beoordeelt elke aanvraag individueel. Er worden geen generieke urgenties verleend. Bij sommige aanvragen kan de commissie relatief snel en unaniem beslissen. Bij andere aanvragen is de gepresenteerde problematiek complexer en volgt een langere beraadslaging. Elk lid praat en besluit mee vanuit zijn of haar eigen expertise. De voorzitter vat bij elke aanvraag de conclusie van het besluit samen en de secretaris maakt daarvan notitie.



3.2 Procedure en soorten besluiten

Binnen negen weken nadat een urgentieaanvraag door aanvrager is ingediend, stelt de commissie aanvrager schriftelijk op de hoogte van het besluit. Dit is vastgelegd in het Reglement Urgentiecommissie Woonruimteverdeling.

Ook de medewerker van de gemeente die de urgentieaanvraag in behandeling heeft genomen en het urgentierapport heeft samengesteld, ontvangt schriftelijk bericht van het genomen besluit.

Het werkproces van de urgentiecommissie en de soorten besluiten staan uitgewerkt in figuur 1.

Figuur 1: Het werkproces en de soorten besluiten. (klik op de afbeelding voor een vergroting)



3.3 Toetsingskader

De urgentiecommissie hanteert in al haar werkzaamheden het toetsingskader dat in het verslagjaar bestaat uit de Huisvestingsverordening Soest 2015.

De bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht worden naar analogie toegepast op de werkzaamheden van de commissie, tenzij er in het reglement expliciet van afgeweken wordt. Met inachtneming van de voorgaande regelgeving beoordeelt de urgentiecommissie of een zelfstandige woonruimte in de sociale huursector onmiddellijk, dan wel uiterlijk binnen zes maanden, in de gemeente Soest noodzakelijk is.