De wachtlijsten voor een sociale huurwoning zijn lang. Vaak zijn er te weinig woningen om iedereen direct te kunnen helpen. Woningzoekenden die dringend een (andere) woning nodig hebben, kunnen urgentie aanvragen. Met een urgentieverklaring krijgt een woningzoekende voorrang op andere mensen die een woning zoeken.
De Urgentiecommissie Woonruimteverdeling beoordeelt urgentieaanvragen van woningzoekenden uit verschillende regio’s in het land. Dit doet zij ook voor de regio Arnhem-Nijmegen. Daar werkt een groot aantal corporaties samen onder de naam Entree. De urgentiecommissie wordt ondersteund door het secretariaat van Enserve, dé specialist in woonruimteverdeling.
Een woningzoekende die urgentie aan wil vragen, meldt zich bij een van de woningcorporaties in de regio Arnhem-Nijmegen. Een medewerker van de corporatie neemt de aanvraag in behandeling. De verdeling van deze aanvragen over de verschillende corporaties staat weergegeven in tabel 1.
In 2019 werden er 590 aanvragen ingediend. Het totaal aantal gestarte aanvragen is daarmee enigszins gedaald ten opzichte van vorig jaar en vergelijkbaar met het aantal in 2017.
Aantal ingediende urgentieaanvragen per corporatie | |||
Corporatie | 2017 | 2018 | 2019 |
Baston Wonen | 15 | 22 | 18 |
Plavei | 2 | 12 | 14 |
Oosterpoort | 25 | 19 | 28 |
Portaal | 96 | 108 | 79 |
Standvast Wonen* | 48 | 50 | 0 |
Talis | 102 | 105 | 123 |
Vivare | 123 | 135 | 121 |
Volkshuisvesting Arnhem | 105 | 125 | 97 |
Waardwonen | 28 | 26 | 21 |
Woningbouwstichting De Gemeenschap* | 16 | 12 | 7 |
Woningstichting Heteren | 6 | 7 | 4 |
Woongenoot | 9 | 15 | 13 |
Woonservice IJsselland | 9 | 9 | 5 |
Woonstichting Gendt | 0 | 2 | 0 |
Woonwaarts | 60 | ||
Totaal | 584 | 647 | 590 |
Tabel 1: Aantal ingediende aanvragen per corporatie
*Standvast Wonen en WBS de Gemeenschap zijn per 1 mei 2019 gefuseerd en gaan verder onder de naam Woonwaarts. Voor het verslagjaar zijn zij nog als aparte corporaties meegenomen.
**In het verslagjaar is een nieuw systeem in gebruik genomen dat corporaties en het secretariaat van de urgentiecommissie gebruiken om aanvragen in te dienen en de behandeling te volgen. Het is gebleken dat niet alle aanvragen uit dit systeem meegenomen konden worden in de hier getoonde cijfers. Het systeem zal hiervoor een aanpassing ondergaan.
Een woningzoekende kan om verschillende redenen een urgentie aanvragen. De aard van de urgentieaanvragen is zeer divers, en soms ook gecombineerd. Aanvragen op basis van algemeen sociale problematiek, psychosociale problematiek, relatieverbreking of een niet adequate woonruimte komen het meeste voor.
Figuur 1: Algemeen Sociaal
Figuur 2: Psychosociaal
Figuur 3: Relatieverbreking
Figuur 4: Niet adequate woning
In figuur 1, 2, 3 en 4 is te zien hoe binnen voornoemde categorieën de verdeling is tussen het aantal toekenningen, afwijzingen en aanhoudingen. De urgentiecommissie houdt een aanvraag aan als zij onvoldoende informatie heeft om een besluit te kunnen nemen. In dat geval ontvangt de woningzoekende een brief waarin de commissie uitlegt welke gegevens hij/zij nog aan moet leveren.
Binnen de categorieën algemeen sociaal en psychosociaal is het aantal aanhoudingen en vooral het aantal afwijzingen gestegen, terwijl de toekenningen afnamen. Ook binnen de categorie relatieverbreking steeg het aantal aanhoudingen. Het aantal afwijzingen bleef vrijwel gelijk ten opzichte van vorig jaar, maar het aantal toekenningen nam duidelijk toe. De categorie niet adequate woning liet weer een heel ander beeld zien. Daar namen de aanhoudingen fors af, evenals – in minder mate – de toekenningen. Daarentegen steeg het aantal afwijzingen.
De urgentiecommissie beoordeelt aanvragen op basis van de beleidsregels voor urgentie die in de betreffende regio gelden. Het beleid in de regio Arnhem-Nijmegen is vastgelegd in de identieke huisvestingsverordeningen van de gemeenten in deze regio. In het verslagjaar waren de huisvestingsverordeningen 2016 van kracht. Per 1 januari 2020 zijn nieuwe identieke verordeningen ingegaan.
De urgentiecommissie is zich dagelijks bewust van het belang dat elke aanvrager van urgentie heeft bij een goede beoordeling én een efficiënte werkwijze. De commissie besteedt daarom continu aandacht aan de professionalisering van al diegenen die betrokken zijn bij het urgentietraject, zoals de medewerkers van corporaties en de commissieleden zelf. De commissie geeft echter ook informatie over het urgentiebeleid en de -procedure aan andere partijen die bij het traject betrokken kunnen zijn, zoals hulpverleners.
In tabel 2 is de verhouding tussen de genomen besluiten per jaar te zien. Het aandeel toekenningen is gedaald, terwijl het aandeel afwijzingen is gestegen. Wat opvalt is dat het aandeel niet behandelde aanvragen flink is gestegen.
Van de 19 niet behandelde aanvragen zijn er 11 niet behandeld omdat de aanvullende informatie die de commissie had opgevraagd bij woningzoekende niet, of niet volledig, werd aangeleverd. Daardoor beschikte de commissie over onvoldoende gegevens om een besluit op de aanvraag te kunnen nemen. Daarnaast zijn er 8 aanvragen niet behandeld omdat aanvragers bemiddeld werden door de WBB (Werkgroep Bijzondere Bemiddeling). Dit betrof aanvragers die verbleven in een opvangvoorziening. De WBB is een samenwerking tussen corporaties in Nijmegen.
Jaar |
Totaal |
Toegekend |
Afgewezen |
Aangehouden |
Doorgehaald |
Niet behandeld |
|||||
Aantal |
% |
Aantal |
% |
Aantal |
% |
Aantal |
% |
Aantal |
% |
||
2017 |
717 |
414 |
58% |
161 |
22% |
125 |
17% |
9 |
1,3% |
8 |
1,1% |
2018 |
715 |
447 |
63% |
148 |
20% |
116 |
16% |
1 |
0,1% |
3 |
0,4% |
2019 |
866 |
474 |
55% |
222 |
26% |
145 |
17% |
6 |
0,7% |
19 |
2,19% |
Tabel 2: Besluiten van de urgentiecommissie
Tegen elk besluit van de commissie staat de mogelijkheid tot bezwaar open. Dit is binnen de regio belegd bij de gemeente Arnhem. De commissie is niet betrokken bij de bezwaarprocedure. Deze valt onder verantwoordelijkheid van de gemeente Arnhem. Om die reden gaat dit verslag daar verder niet op in en heeft de commissie geen cijfers beschikbaar over het aantal bezwaarschriften dat is ingediend.
In 2019 heeft de urgentiecommissie 474 urgentieaanvragen (55 %; 2018: 63%; 2017: 58%) toegekend. Bij een reguliere toekenning voldoet aanvrager aan alle voorwaarden om voor een urgentieverklaring in aanmerking te komen. Een woningzoekende kan urgentie krijgen als er sprake is van een persoonlijke noodsituatie en hij/zij voldoet aan de volgende criteria:
De identieke huisvestingsverordeningen in de regio Arnhem-Nijmegen bieden de mogelijkheid om, wanneer dit nodig is, af te wijken van de gestelde regels ten gunste van aanvrager. Elke situatie kent immers unieke aspecten en moet dus individueel beoordeeld worden. Dan kan het voorkomen dat aanvrager niet voldoet aan alle criteria om voor urgentie in aanmerking te komen en de commissie een andere belangenafweging maakt.
De commissie kan bijvoorbeeld de eigen verantwoordelijkheid voor het ontstaan van het woonprobleem minder zwaar laten wegen dan de woonnoodsituatie en op grond daarvan toch een urgentie verlenen. De commissie zal in die individuele gevallen, waarbij zij een andere afweging maakt, het besluit goed onderbouwen en met toetsbare feiten motiveren.
In het jaar 2019 hebben 500 woningzoekenden met een urgentiestatus via Entree een woning verkregen (2018: 462; 2017: 438). In tabel 3 is te zien in welke gemeente deze woningzoekenden met behulp van hun verkregen urgentie een woning hebben gevonden.
Gemeente | 2017 | 2018 | 2019 |
Arnhem | 115 | 117 | 123 |
Berg en Dal | 13 | 14 | 21 |
Beuningen | 15 | 18 | 17 |
Doesburg | 9 | 5 | 11 |
Druten | 5 | 5 | 8 |
Duiven | 21 | 18 | 13 |
Heumen | 8 | 6 | 6 |
Lingewaard | 14 | 17 | 14 |
Montferland | 3 | 11 | 6 |
Nijmegen | 119 | 145 | 151 |
Overbetuwe | 25 | 21 | 30 |
Renkum | 9 | 8 | 6 |
Rheden | 28 | 28 | 29 |
Westervoort | 14 | 12 | 11 |
Wijchen | 27 | 29 | 24 |
Zevenaar | 13 | 8 | 30 |
Totaal | 438 | 462 | 500 |
Tabel 3: Aantal woningen per gemeente verkregen via urgentie
Het grootste aantal urgent woningzoekenden verzilvert zijn/haar urgentie in de gemeenten Arnhem en Nijmegen. Dit is een beeld wat zich elk jaar herhaalt.
Uit tabel 4 blijkt dat de urgent woningzoekende in 2019 toegang heeft gehad tot 72% van het totale geadverteerde woningaanbod.
Gemeente | Totale aanbod* | Geen voorrang urgenten | Percentage geen voorrang |
Arnhem | 1153 | 345 | 29,9% |
Berg en Dal | 150 | 19 | 12,7% |
Beuningen | 107 | 28 | 26,2% |
Doesburg | 100 | 29 | 29,0% |
Druten | 64 | 4 | 6,3% |
Duiven | 67 | 33 | 49,3% |
Heumen | 31 | 1 | 3,2% |
Lingewaard | 102 | 46 | 45,1% |
Montferland | 118 | 20 | 16,9% |
Nijmegen | 895 | 238 | 26,6% |
Overbetuwe | 80 | 11 | 13,8% |
Renkum | 114 | 37 | 32,5% |
Rheden | 217 | 66 | 30,4% |
Westervoort | 39 | 15 | 38,5% |
Wijchen | 136 | 34 | 25,0% |
Zevenaar | 132 | 54 | 40,9% |
Totaal | 3505 | 980 | 28,0% |
Tabel 4: Toegang tot de woningmarkt
*Totaal aantal advertenties minus: studentenwoningen, indicatiewoningen en woningen boven de liberalisatiegrens
In 2019 heeft de urgentiecommissie 222 urgentieverzoeken (26%; 2018: 20% ; 2017: 22%) afgewezen. Dit is zowel voor wat betreft het aandeel als voor wat betreft het absolute aantal gestegen ten opzichte van voorgaande jaren.
De urgentiecommissie wijst een urgentieverzoek af als aanvrager niet voldoet aan de criteria om voor urgentie in aanmerking te komen. In haar besluiten geeft de commissie een inhoudelijke motivering waarom een aanvraag is afgewezen. In tabel 5 is te zien op basis van welke gronden aanvragen de afgelopen jaren zijn afgewezen. Per besluit kunnen er één tot drie redenen worden aangevoerd. Vandaar dat het totaal in tabel 5 hoger ligt dan het totale aantal afwijzingen in dat jaar.
Afwijzingsreden | 2017 | 2018 | 2019 |
Geen woonnoodsituatie | 63 | 55 | 98 |
Eigen verantwoordelijkheid oplossen | 30 | 7 | 13 |
Geen contra-indicatie kamerbewoning | 34 | 28 | 27 |
Eigen verantwoordelijkheid ontstaan | 62 | 35 | 68 |
Overige | 29 | 7 | 9 |
Geen relatie wonen/problematiek | 9 | 3 | 3 |
Woonwens | 3 | 1 | 1 |
Zelfredzaam met meettijd | 14 | 20 | 9 |
Overlast/conflict buurt | 4 | 2 | 1 |
Financieel zelfredzaam | 2 | 0 | 0 |
Geen noodzaak wonen in Stadsregio | 1 | 0 | 0 |
Totaal | 251 | 158 | 229 |
Tabel 5: Redenen voor afwijzing
Als aanvrager onvoldoende aan kan tonen dat er sprake is van een woonnoodsituatie, die verhuizen binnen vier maanden na het ontstaan van het woonprobleem noodzakelijk maakt, dan wijst de commissie een aanvraag af. Samen met de eigen verantwoordelijkheid voor het ontstaan en/of oplossen van het woonprobleem zijn dit in de afgelopen jaren de meest belangrijke redenen voor afwijzing. Dit jaar laat hierin wel een forse stijging zien. Verder valt op dat het aantal aanvragers dat wordt afgewezen omdat zij zelfredzaam zijn met hun meettijd vorig jaar vrij hoog lag. Dat beeld herhaalt zich in het verslagjaar niet.
Een woningzoekende die géén urgentiestatus heeft, mag een aangeboden woning weigeren. Als deze woningzoekende echter op een later moment urgentie aanvraagt, zal de commissie in haar beoordeling meenemen of vanaf het ontstaan van het woonprobleem woningen zijn geweigerd. Als blijkt dat aanvrager in die periode een passende woning heeft geweigerd, zonder dat daar excuserende omstandigheden voor waren, dan zal de commissie de aanvraag afwijzen. De reden van afwijzing zal zijn dat aanvrager, in de tijd dat het woonprobleem bestaat, het woonprobleem zelf had kunnen oplossen door de aangeboden woning te accepteren.
Een woningzoekende die wél een urgentiestatus heeft, mag in principe een passend woningaanbod niet weigeren. Dit is vastgelegd in artikel 33 van het Reglement aanvragen noodurgentie woonruimteverdeling. Als een urgent woningzoekende, naar het oordeel van de corporatie, onterecht een woning weigert, geeft de corporatie dit direct door aan het secretariaat van de urgentiecommissie. De urgentie van de betreffende woningzoekende wordt dan tijdelijk opgeschort in afwachting van het definitieve besluit van de urgentiecommissie. De corporatie stelt de woningzoekende hier vooraf van op de hoogte. De urgentiecommissie neemt uiteindelijk een besluit of de woningweigering terecht of onterecht is geweest. Afhankelijk van de beslissing wordt de urgentie weer geactiveerd of definitief ingetrokken.
In 2019 is 3 maal (2018: 2) een urgentie ingetrokken naar aanleiding van een woningweigering.
Als bij de behandeling van een urgentieaanvraag door de commissie blijkt dat er onvoldoende informatie beschikbaar is om op dat moment een zorgvuldige afweging te kunnen maken, kan een aanvraag worden aangehouden. Dit houdt in dat de commissie eerst de ontbrekende gegevens opvraagt bij aanvrager. In het verslagjaar is in 17% (2018: 16% ; 2017: 17%) van het totale aantal aanvragen besloten de aanvraag aan te houden. Dit laat een vergelijkbaar beeld zien met voorgaande jaren. In tabel 6 is te zien op hoeveel van de aanhoudingen uiteindelijk positief, dan wel negatief is besloten.
Definitief besluit na aanhouding | ||
Besluit | Aantal | % |
Toekenning | 102 | 58% |
Afwijzing | 21 | 12% |
Buiten behandeling gesteld | 11 | 6% |
Ingetrokken | 2 | 1% |
Nog niet afgehandeld | 41 | 23% |
Totaal | 177 | 100% |
Tabel 6: Definitief besluit na aanhouding
Indien de gevraagde informatie niet door de woningzoekende binnen de daarvoor gestelde termijn wordt aangeleverd, kan op grond van artikel 4:5.1 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling worden gesteld omdat de urgentiecommissie zonder de gevraagde aanvullende informatie de aanvraag niet kan beoordelen. In het verslagjaar is dit in 6% van de gevallen voorgekomen (2018: 4%; 2017: 5%).
Uit tabel 6 blijkt verder dat 58% van de aanvragen die in eerste instantie worden aangehouden, in tweede instantie door de urgentiecommissie worden toegekend (2018: 74%; 2017: 77%). De reden voor een aanhouding is meestal het ontbreken van noodzakelijke informatie ter beoordeling van de aanvraag. Ook komt het met regelmaat voor dat de urgentiecommissie een externe rapportage opvraagt van een onafhankelijk adviesbureau om de medische- of psychosociale problematiek te laten onderzoeken.
De mogelijkheid bestaat om een urgentie toe te kennen onder een bepaalde voorwaarde. Artikel 11 van de identieke huisvestingsverordeningen in de regio Arnhem-Nijmegen geeft twee mogelijke voorwaarden die aan een urgentietoekenning kunnen worden verbonden:
De commissie past beide voorwaarden alleen in uitzonderlijke gevallen toe en motiveert deze in haar besluit.
Een urgentie onder voorwaarde van acceptatie van begeleiding kan worden verstrekt aan personen met zodanige psychische en/of psychosociale problemen dat woonbegeleiding geïndiceerd is.
Bij een urgentie onder voorwaarde van acceptatie van begeleiding vraagt de commissie de woningzoekende om een hulpverleningsovereenkomst aan te leveren. Deze moet voor een bepaalde periode zijn afgesloten met een bepaalde hulpverlenende instantie. Pas nadat de hulpverleningsovereenkomst is aangeleverd, activeert de commissie de urgentieverklaring en kan de woningzoekende met voorrang op woonruimte reageren. Zolang er geen overeenkomst is aangeleverd, kan de woningzoekende dus ook niet van een voorrangspositie gebruik maken.
De positie van de woningzoekende met een urgentie onder voorwaarde van acceptatie van begeleiding is gelijk aan die van andere urgent woningzoekenden: hij/zij kan zelf reageren op het woningaanbod en kan dus zelf kiezen op welke woning hij/zij reageert.
In 2019 heeft de urgentiecommissie 9 maal een urgentie onder voorwaarde van acceptatie van begeleiding afgegeven (2018: 17; 2017: 10).
Een hulpverleningsovereenkomst van een aanvraag uit 2018 kan pas in 2019 zijn aangeleverd en een hulpverleningsovereenkomst van een aanvraag uit 2019 kan nog aangeleverd worden in 2020. Voor het aanleveren van een hulpverleningsovereenkomst staat een termijn van twee maanden.
Een urgentie onder voorwaarde van toewijzing van een specifiek geschikte woonruimte speelt in situaties waarin de woningzoekende een specifieke woonbehoefte heeft, bijvoorbeeld bij een bepaalde (medische) problematiek. Een urgentie onder deze voorwaarde wordt slechts in zeer uitzonderlijke gevallen toegepast.
Bij een toekenning zoekt de betrokken corporatie, in overleg met de woningzoekende, naar specifiek geschikte woonruimte. Het kan voorkomen dat de betrokken corporatie zelf geen geschikte woning voor de woningzoekende heeft. Dan overlegt zij met een andere corporatie over het aanbieden van een geschikte woning.
In 2019 is een urgentie onder voorwaarde van toewijzing van een specifiek geschikte woonruimte niet voorgekomen. In 2018 en 2017 was dit evenmin het geval.
Conform artikel 31 in het Reglement aanvragen noodurgentie woonruimteverdeling kan een woningzoekende met urgentie een verzoek indienen om de urgentietermijn te verlengen. Aanvrager kan dit verzoek indienen in de laatste maand waarin de urgentieverklaring geldig is. Bij de beoordeling van het verlengingsverzoek kijkt de commissie onder andere naar het zoekgedrag van de woningzoekende vanaf het moment dat hij/zij de urgentieverklaring kreeg.
In 2019 is er vier maal een verzoek gedaan om de urgentie te verlengen (2018: 1; 2017: 3). Hiervan zijn twee verzoeken toegekend en twee verzoeken afgewezen.
Voor de afhandeling van een urgentieaanvraag staat in totaal een termijn van negen weken. In 2019 is er 52 keer sprake geweest van een termijnoverschrijding. In 39 van deze gevallen betrof het een aanvraag die in eerste instantie was aangehouden. Ook in voorgaande jaren was het aantal termijnoverschrijdingen beperkt.
Het overschrijden van de behandeltermijn kan verschillende oorzaken hebben:
Bij aanvragen die vooral gebaseerd zijn op een medische of psychosociale problematiek kan een aanvullend rapport worden aangevraagd bij een onafhankelijk, extern adviesbureau. Dit is vastgelegd in artikel 17 van het Reglement aanvragen noodurgentie woonruimteverdeling. Het adviesbureau beschikt over de noodzakelijke medische en psychosociale expertise om de problematiek te kunnen duiden. Het aanvullend rapport helpt de commissie in haar beoordeling van de urgentieaanvraag.
In het verslagjaar werden alle externe rapporten opgevraagd bij Bureau Leijten & Van Hoek. Bureau Leijten & Van Hoek biedt ook de mogelijkheid om een aanvullend financieel rapport op te stellen. Een dergelijke rapportage is bedoeld om duidelijkheid te scheppen in financieel complexe situaties. De externe rapporten worden door de commissie als waardevol gezien.
Soort rapport
Figuur 9: Soort externe rapporten