6. EXTERNE RAPPORTAGES BIJ URGENTIEAANVRAAG

 

Bij aanvragen die vooral gebaseerd zijn op een medische of psychosociale problematiek kan een aanvullend rapport worden aangevraagd bij een onafhankelijk, extern adviesbureau. Dit is vastgelegd in artikel 5.4 van het Reglement. De adviesbureaus beschikken over de noodzakelijke medische en psychosociale expertise om de problematiek te kunnen duiden. Het aanvullend rapport helpt de commissie in haar beoordeling van de urgentieaanvraag. De commissie is niet verplicht om de conclusie uit het externe rapport te volgen. Zij kan hier gemotiveerd van afwijken.

In het verslagjaar kon bij de volgende organisaties een extern rapport worden opgevraagd:


Overzicht opgevraagde externe rapporten      
Gemeente* Treve Advies Bureau Leijten & van Hoek Totaal
Apeldoorn 2 11 13
Deventer 6 9 15
Voorst 0 1 1
Zutphen 5 9 14
Totaal 13 30 43

Tabel 6: Overzicht opgevraagde externe rapporten

*Alleen de gemeenten waar externe rapporten zijn opgevraagd, zijn weergegeven.


   Casus:

Mevrouw (19 jaar) heeft een dochter van 3 jaar. In verband met familieproblemen kon zij niet meer thuis wonen en is zij met haar dochter terechtgekomen in een Moeder-Kindhuis. Bij mevrouw is sprake van een licht verstandelijke beperking en er is sprake (geweest) van psychische problemen.

In het Moeder-Kindhuis kreeg mevrouw intensieve woonbegeleiding. Inmiddels wonen zij en haar dochter hier bijna 3 jaar en zou mevrouw zelfstandig kunnen gaan wonen, zo wordt aangegeven door de begeleiding. Voor de commissie is op basis van de aangeleverde informatie echter onvoldoende aangetoond dat urgentieverlening hiervoor noodzakelijk is.

In verband met de aard van de aanvraag wordt Bureau Leijten & Van Hoek ingeschakeld en zijn de volgende onderzoeksvragen gesteld:

  • Waar woonde mevrouw voordat zij in het Moeder-Kindhuis kwam te wonen?
  • Is aangetoond dat mevrouw het Moeder-Kindhuis op zeer korte termijn moet verlaten?
  • Kan mevrouw met haar dochter eventueel terug naar haar ouders of zijn er andere alternatieven?
  • Is mevrouw, gezien haar licht verstandelijke beperking en psychische problemen, in staat een zelfstandige huishouding te voeren met haar inmiddels 3-jarige dochter?
  • Is er een noodzaak voor ambulante woonbegeleiding als mevrouw zelfstandig zou wonen?

Uit het aangeleverde rapport van Bureau Leijten & Van Hoek blijkt dat mevrouw al vanaf jonge leeftijd niet meer bij haar ouders woonde en een zwervend bestaan leidde. Toen ontwikkelde zij psychische problemen. Zij raakte ongepland zwanger en de vader van haar dochter is niet in beeld. Mevrouw woont nu met haar dochter al enkele jaren in het Moeder-Kindhuis en is na intensieve woonbegeleiding in staat om een zelfstandige huishouding met haar dochter te voeren. Zodra mevrouw zelfstandig woont, blijft zij ambulante woonbegeleiding ontvangen. Op basis van dit advies kent de commissie aan mevrouw urgentie toe.