De urgentiecommissie werkt voor de samenwerkende corporaties in de woningmarktregio Arnhem-Nijmegen. Deze regio bestaat uit de gemeenten Arnhem, Berg en Dal, Beuningen, Doesburg, Druten, Duiven, Heumen, Lingewaard, Montferland, Nijmegen, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Westervoort, Wijchen en Zevenaar. Een groot aantal corporaties in deze regio werkt samen onder de naam Entree.

Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Arnhem benoemt, schorst en ontslaat de voorzitters en leden. Vanwege de onafhankelijke status van de commissie mogen voorzitters en leden niet voor een corporatie in de regio werken. Zij mogen daarnaast geen hoofd- of nevenfuncties vervullen die strijdig kunnen zijn met uitoefening van het lidmaatschap van de commissie. Voorzitters en leden zijn aangesteld op grond van een profielschets en hebben een sociaal-maatschappelijke, medische, juridisch/financiële achtergrond en/of affiniteit met de sector sociale verhuurders.

De urgentiecommissie bestond in het verslagjaar uit drie voorzitters en 14 leden. Een of meer leden van de commissie kunnen worden benoemd als plaatsvervangend voorzitter. Benoeming vindt plaats voor een periode van vier jaar. Voorzitters en leden kunnen eenmaal herbenoemd worden voor een periode van vier jaar. De commissie wordt in haar werkzaamheden ondersteund door het secretariaat. Dit werd in 2017 uitgevoerd door Enserve. Het secretariaat bestaat uit drie secretarissen en een ondersteunend medewerker.

Binnen deze personeelsbezetting wordt uitvoering gegeven aan de urgentiedienstverlening in verschillende regio’s, namelijk:

• de gemeente Nijkerk;
• de gemeente Soest;
• de regio Woongaard Rivierenland en Bommelerwaard;
• de regio Stedendriehoek. Voor de regio Stedendriehoek voert Enserve ook het secretariaat van de Beroepscommissie woonruimteverdeling.

Eind 2016 legde een van de voorzitters haar werkzaamheden neer, omdat deze niet meer te combineren waren met haar baan. Haar taken zijn overgenomen door een plaatsvervangend voorzitter. Per 1 maart 2017 is er een nieuwe voorzitter, mevrouw R. Compiet, benoemd. Zij nam eerst een periode deel aan de commissie als lid. Met haar achtergrond en ervaring in het maatschappelijke veld is zij een waardevolle aanvulling in de huidige commissie.

In het verslagjaar traden er drie nieuwe leden toe aan de commissie. Zij werden aangenomen op basis van hun specifieke kennis en ervaring. Hiermee blijft er een commissie bestaan waarin de verschillende disciplines evenwichtig zijn vertegenwoordigd en waarmee aanvragen op een zorgvuldige wijze beoordeeld worden.

Een urgent woningzoekende heeft een zeer bevoorrechte positie ten opzichte van overige woningzoekenden. De woningmarkt is krap. Het is daarom van groot belang dat de urgentieprocedure transparant is en de besluiten eenduidig en zorgvuldig tot stand komen. Dat betekent tegelijkertijd dat er kosten gemaakt worden.

Dit jaarverslag vermeldt alleen die kosten die direct verbonden zijn aan het werk van de commissie. Kosten die de corporaties zelf maken (personeel, externe advisering etc.) zijn hier buiten beschouwing gelaten.

In de lokale huisvestingsverordeningen, die in de regio Arnhem-Nijmegen per gemeente identiek zijn, zijn de vergoedingen vastgesteld voor de commissievergaderingen. In artikel 9 van het Reglement aanvragen noodurgentie woonruimteverdeling is bepaald dat de voorzitters en leden een vergoeding ontvangen voor het voorbereiden en bijwonen van de vergaderingen en een redelijke vergoeding voor gemaakte reis- en eventuele overige kosten. De hoogte van deze vergoeding wordt, in overleg met de corporaties, vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Arnhem en jaarlijks geïndexeerd met het CBS prijsindexcijfer.

Voor het bepalen van de vergoedingen is aansluiting gezocht bij het Besluit Vergoedingen Adviescolleges en commissie. Na indexering bedroeg de vergoeding voor de voorzitter in 2017 € 217.60 per vergadering en voor een lid € 163.70.

De kosten van de commissie worden, samen met de kosten van het voeren van het secretariaat, doorbelast aan de betrokken corporaties.