5. Cijfers

 

 


5.1 Start urgentieaanvraag

Een woningzoekende die urgentie aan wil vragen, meldt zich bij een van de woningcorporaties van Woonkeus Stedendriehoek. De urgentieaanvraag wordt in behandeling genomen door de corporatie.

In tabel 1 is te zien over hoeveel urgentieaanvragen er per gemeente in de regio Stedendriehoek een besluit is genomen door de urgentiecommissie.

In deze tabel zijn ook urgentieaanvragen opgenomen die in 2016 zijn ingediend en die in 2017 zijn behandeld door de urgentiecommissie. De aanvragen die in 2017 zijn ingediend, maar behandeld worden in 2018, zijn in deze tabel niet meegenomen.


Aantal aanvragen en genomen besluiten
2017 Aantal Toegekend Afgewezen Aangehouden Niet behandeld
Apeldoorn 109 88 6 11 0
Brummen 11 11 0 0 0
Deventer 87 50 17 16 3
Lochem 2 2 0 0 0
Voorst 6 4 1 1 0
Zutphen 45 25 8 9 4
Totaal 260 (100%) 180 (69%) 32 (12%) 37 (14%) 7 (3%)

Tabel 1: Aantal aanvragen en genomen besluiten 2017


De totalen van de toekenningen, afwijzingen en niet behandelde aanvragen in 2017 komen niet uit op het totaal. Dit heeft te maken met wel ingediende aanvragen, die uiteindelijk vóór behandeling door de commissie zijn komen te vervallen en met nog lopende aanvragen die bijvoorbeeld zijn aangehouden.

Het aantal urgentieaanvragen is gestegen ten opzichte van voorgaande jaren (2016: 158; 2015: 189). Medio 2015 is de secretariële ondersteuning van de urgentiecommissie overgegaan van Woonkeus Stedendriehoek naar Enserve. Ter informatie zijn de cijfers over het eerste half jaar 2015 door Woonkeus aangeleverd. Een inhoudelijke analyse over de cijfers en trends ten opzichte van de jaren voorafgaand aan 2015 kan echter niet gegeven worden.

Het percentage toekenningen middelt zich tussen dat van voorgaande jaren (2016: 73%; 2015: 63%). Het aantal afwijzingen is fors gedaald (2016 en 2015: 21%). Hier kan geen rechtstreeks verband worden gelegd met de beleidswijzigingen die per 1 januari 2017 zijn doorgevoerd. Het staat niet vast dat deze hebben geleid tot een minder streng beleid waardoor er minder aanvragen worden afgewezen. In dat geval had het voor de hand gelegen dat het percentage toekenningen explicieter was gestegen. Welk besluit de commissie neemt op een aanvraag is altijd sterk afhankelijk van de aard van de aanvraag. Uit paragraaf 6.2 blijkt dat hierin geen opvallende veranderingen zijn geweest.



5.2 Aard van de aanvraag

Een woningzoekende kan om verschillende redenen een urgentie aanvragen. De aard van de urgentieaanvragen is zeer divers en soms ook gecombineerd.

Urgentieaanvragen als gevolg van relatiebreuk komen veruit het meeste voor. Daarna volgen medische en psychosociale aanvragen. Figuur 3 laat een overzicht zien van het soort aanvragen per gemeente in de regio Stedendriehoek in 2017. Onder ‘overig’ kunnen onder andere aanvragen vallen die betrekking hebben op het niet hebben van een adequate woning of overlastproblematiek. In zowel 2016 als 2015 was een vergelijkbaar beeld te zien.



Figuur 3: Aard van de urgentieaanvraag 2017



5.3 Toekennen van urgentie

In 2017 heeft de urgentiecommissie 180 urgentieaanvragen (69%) toegekend. Bij een reguliere toekenning voldoet aanvrager aan alle voorwaarden om voor een urgentieverklaring in aanmerking te komen.


   Casus toekenning:

Mevrouw (34 jaar) is drie jaar geleden gescheiden. Omdat zij de kosten voor de echtelijke koopwoning niet alleen kon opbrengen, is deze destijds toebedeeld aan haar ex-partner. Mevrouw vond onderdak in een klein huurappartement. Mevrouw heeft sinds de scheiding de fulltime zorg voor haar dochter. De dochter is lichamelijk gehandicapt en kan niet zelfstandig de trappen lopen naar het huidige appartement op de tweede verdieping. In het complex zit geen lift.

Toen de dochter jonger was, kon mevrouw haar nog dragen. De dochter is inmiddels 6 jaar oud en het kost mevrouw steeds meer moeite om haar de trappen op en af te dragen naar de woning. Naarmate de dochter ouder wordt, zal het voor mevrouw onmogelijk worden om haar nog langer te tillen.

Mevrouw vraagt urgentie aan omdat het huidige appartement ongeschikt is vanwege de medische situatie van haar dochter. Deze situatie zal alleen maar verder verslechteren. Bij de urgentieaanvraag is een extern adviesrapport gevoegd van Treve Advies. Daarin worden de beperkingen van de dochter bevestigd, evenals de toenemende mate waarin mevrouw hierdoor psychisch en lichamelijk wordt belast.

De urgentiecommissie meent dat er sprake is van een woonnoodsituatie op medische gronden en kent de urgentieverklaring toe.



5.4 De urgentietoekenning, een andere belangenafweging

De beslissing of iemand wel of niet urgent is, wordt gemaakt op basis van het beschreven beleid. Elke situatie kent echter unieke aspecten en moet dus individueel beoordeeld worden. Zo kan het voorkomen dat aanvrager niet voldoet aan alle voorwaarden om voor urgentie in aanmerking te komen en de commissie een andere belangenafweging maakt. De commissie kan bijvoorbeeld de eigen verantwoordelijkheid voor het ontstaan van het woonprobleem minder zwaar wegen dan de woonnoodsituatie en op grond daarvan toch een urgentie verlenen. De commissie zal in die individuele gevallen waarbij zij een andere afweging maakt, het besluit goed onderbouwen en met toetsbare feiten motiveren.



5.5 Verzilvering van de urgentie

In het verslagjaar hebben 147 woningzoekenden met een urgentiestatus in de regio Stedendriehoek een woning verkregen. In figuur 4 is te zien in welke gemeente deze woningzoekenden met behulp van hun verkregen urgentie een woning hebben gevonden.


Figuur 4: Verzilverde urgenties per gemeente



5.6 Toegang tot de woningmarkt

In tabel 2 is te zien tot welk percentage van het totale geadverteerde woningaanbod per gemeente urgent woningzoekenden in 2017 toegang hadden. Een corporatie mag jaarlijks maximaal 20% van het vrijkomend aanbod van de zelfstandige woonruimte, die zij in eigendom heeft, uitsluiten voor urgent woningzoekenden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende voorrangsposities op de woningmarkt. In deze tabel gaat het over woningzoekenden die een urgentieverklaring krijgen van de urgentiecommissie.


Toegang urgent woningzoekenden tot de woningmarkt
Gemeente Totale aanbod Geen voorrang sociaal/medisch urgenten
Apeldoorn 1002 228 (23%)
Brummen 131 19 (15%)
Deventer 586 247 (42%)
Lochem 46 5 (11%)
Voorst 119 16 (13%)
Zutphen 468 55 (12%)

Tabel 2: Toegang urgent woningzoekenden tot de woningmarkt



5.7 Afwijzen van urgentie

In 2017 wees de urgentiecommissie 32 urgentieverzoeken (12%) af. Een urgentieverzoek wordt afgewezen als er niet wordt voldaan aan de criteria om voor urgentie in aanmerking te komen.

De urgentiecommissie geeft in haar besluiten een inhoudelijke motivering waarom een aanvraag is afgewezen. Een groot deel van de aanvragen wordt afgewezen omdat de urgentiecommissie meent dat er onvoldoende is aangetoond dat er sprake is van een woonnoodsituatie die verhuizen binnen vier maanden na het ontstaan van het woonprobleem noodzakelijk maakt. Daarnaast is het bestaan van een eigen verantwoordelijkheid voor het ontstaan, dan wel het oplossen van het woonprobleem een belangrijke reden voor het afwijzen van een urgentieaanvraag.


   Casus afwijzing:

Meneer en mevrouw zijn in 2014 gaan samenwonen in een appartement in Apeldoorn. In 2015 bouwden zij door enkele onvoorzichtige uitgaven een huurachterstand op. Zij hadden niet het vooruitzicht om deze af te kunnen lossen, omdat meneer ook net zijn baan verloor. Daarom namen zij de beslissing om hun huurwoning op te zeggen en in te trekken bij de ouders van meneer. Mevrouw was op dat moment zeven maanden zwanger van hun eerste kind.

Meneer en mevrouw hadden verwacht een goedkopere huurwoning te kunnen vinden om weer op zichzelf te gaan wonen. Twee jaar later is dit nog steeds niet gelukt en wonen zij nog steeds in bij de ouders van meneer. De spanningen lopen op bij alle gezinsleden. Mevrouw is onlangs bevallen van haar tweede kind. Voor het gezin van vier personen zijn er twee slaapkamers beschikbaar in het huis van de ouders van meneer.

De urgentiecommissie oordeelt dat, hoewel de woonsituatie niet ideaal is, het onvoldoende is aangetoond dat er een woonnoodsituatie is die op korte termijn moet worden opgelost. Bovendien vindt de urgentiecommissie meneer en mevrouw in grote mate zelf verantwoordelijk voor het ontstaan van het woonprobleem. De huurachterstand is een gevolg van eigen keuzes. Het is ook een eigen keuze geweest om de huur van de woning op te zeggen. Het is niet gebleken dat meneer en mevrouw hebben geprobeerd om een betalingsregeling af te spreken met de toenmalige verhuurder. Ook de gevolgen van gezinsuitbreiding zonder te beschikken over een passende woning beschouwt de commissie als een eigen verantwoordelijkheid. Om die reden wordt de aanvraag voor een urgentieverklaring afgewezen.



5.8 Aanhouding

Als bij de behandeling van een urgentieaanvraag blijkt dat er onvoldoende informatie beschikbaar is om een zorgvuldige afweging te kunnen maken, besluit de urgentiecommissie tot aanhouding van de aanvraag. In 2017 heeft de commissie 37 maal (14%) een aanvraag in eerste instantie aangehouden voor het opvragen van aanvullende informatie.

Indien de woningzoekende de gevraagde informatie niet binnen de daarvoor gestelde termijn aanlevert, kan de urgentiecommissie op grond van artikel 4:5.1 van de Awb een aanvraag buiten behandeling stellen. De reden hiervoor is dat de urgentiecommissie zonder de gevraagde aanvullende informatie de aanvraag niet heeft kunnen beoordelen.



5.9 Externe rapportages bij urgentieaanvraag

De mogelijkheid bestaat om bij een urgentieaanvraag een aanvullende extern rapport op te vragen van een onafhankelijk adviesbureau. Dit gebeurt in gevallen waarbij medische en/of psychosociale problematiek de belangrijkste reden vormt voor het aanvragen van urgentie. De urgentiecommissie neemt een extern rapport mee in haar beoordeling van de aanvraag. De commissie is niet verplicht om de conclusie uit het externe rapport te volgen. Zij kan hier gemotiveerd van afwijken.

In het verslagjaar kon bij drie verschillende organisaties een extern rapport worden opgevraagd, dit waren:

  • Treve Advies: sinds het tweede kwartaal van 2017;
  • MO-zaak: sinds het tweede kwartaal van 2017. De MO-zaak ging later in het jaar failliet, waardoor de dienstverlening stopte;
  • Bureau Leijten & van Hoek: sinds augustus 2017

Tabel 3 geeft een overzicht van het aantal externe rapporten dat per gemeente is aangevraagd in 2017.


Overzicht opgevraagde externe rapporten
Gemeente* Treve Advies MO-zaak Bureau Leijten & van Hoek Totaal
Apeldoorn 2 0 1 3
Deventer 0 1 7 8
Zutphen 3 0 4 7
Totaal 5 1 12 18

Tabel 3: Overzicht opgevraagde externe rapporten

*Alleen de gemeenten waar externe rapporten zijn opgevraagd, staan vermeld.